Lengte : 2.300 meter.
Gaat over in: Avenue Francis Tonner
Beginnend : Avenue Michel Jourdan
ONTSTAAN :
Deze straat gaat in het uiterste westen van de wijk La Bocca via tot de vlakte van Laval en de Leanders in de heuvel tot de bossen van de Abadie. Aan weerszijden staan villa's en ontstaan hoge gebouwen: Dit zijn over het algemeen voor sociale huisvesting of tweede woningen. Deze straat, die
erg lang is, leidde tot de molens van de monniken van de Abadie. Deze was reeds bekend in het Napoleontische kadaster, onder de naam van de “Chemin des Moulins”.
NAAM :
In 1814 heette de straat “Chemin des Moulins”. Op 14 oktober 1895 werd deze naam gewijzigd in “Wells
weg”. Tijdens de gemeenteraadzitting in 1939 is er besloten om de straat te wijzigen in “Avenue Maurice Chevalier”.
HERKOMST VAN DE NAAM :
Maurice Chevalier is geboren op 12 September 1888 in Parijs in het District van
Ménilmontant en stierf in Parijs op 2 januari 1972. Hij was zanger en acteur en was een van de weinige Franse vertolkers met een wereldwijde reputatie. Hij is heel jong in het Café begonnen te werken waar hij zijn zeer bijzondere persoonlijkheid ontwikkelde t.w.: een eigenwijze dandy met een oogverblindende glimlach. Hij was partner van Mistinguett in de Folies-Bergère (1909) en trad na de eerste Wereldoorlog op in het Casino van Paris. Daar zong hij zijn vele successen:
Ma pomme, Prosper, Valentine en vervolgens heeft hij de “Dede” operette gemaakt. Door Christine
(1921) werd zijn fimcarrière uitgebreid door de Bouffes-Parisiens en door de Music Hall t.w.:
Les Innocents de Paris (1929) ; Parade d’amour (1930), La Veuve joyeuse (1934), Folies-Bergère (1935), Fausse nouvelle (1938), Le silence est d’or (1947), Ma pomme (1950), Gigi (1958), Pépé (1960), La Sage-femme, le Curé et le Bon Dieu (1961), Les Enfants du capitaine Grant (1963).
Op 20 oktober 1968 verliet hij deze wereld door in het Théâtre des Champs-Elysées het publiek te vertellen: “dames en heren, u heeft me horen zingen voor de laatste keer.” Hij hield van de populaire wijk la Bocca waar hij bekend was bij iedereen op dat moment, en ouderen kenden hem van de gedenkwaardige partijtjes petanque. Hij trok zich vervolgens terug op zijn landgoed “Marnes-la-Coquette” ook wel genoemd “Ma Louque”. Bij zijn begrafenis was Prinses Grace van Monaco aanwezig, de minister van culturele zaken Alain Duhamel en vele kunstenaars van de zang en de film. Hij had eigendom nagelaten aan zijn voogden en Maurice Baquet. Hij was de echtgenoot van Yvonne Vallée,
van 1927 tot 1935, zangeres in het Casino de Paris en zij stierf op 15 juni 1996 in Cannes.
GEBOUWEN: VILLA MA LOUQUE
Het onroerend goed was gekocht voor drie honderd en vijftig duizend Frank in 1926 en is uitgebreid door de overname van een stuk grond van de buren van drie hectare. De villa van Maurice Chevalier werd gebouwd door een architect uit Hollywood die hij vernoemd heeft naar zijn moeder. Met het eerste zwembad in het gebied, werd het dit prachtige huis vaak door vele beroemdheden
van de tijd bezocht. Onder andere Marlène Dietrich, Joséphine Baker, Mistinguett, Florence Gould, Douglas Fairbanks, Raimu, Marcel Pagnol, Charlie Chaplin, Charles Boyer, Joan Crawford. Tijdens
de tweede wereld oorlog verborg hij zijn grote vriend Nita Raya. Na de oorlog keerde hij terug naar de villa maar na 1950 verbleef hij er veel minder doordat hij veel reisde naar de Verenigde Staten. Hij behield de eigendom vanaf 1928 tot 1953. Als genereus man schonk hij de vila aan een vereniging, opgericht in 1901, het Comité du cœur, die het inrichtte als vakantiehuis voor oude glorieuze zanhers van de Music Hall. Zo werd onder de voogdij van Sacem een dorp Maurice Chevalier geboren. Het bod
huisvesting voor 15 jaar aan kunstenaars. Maar vervolgens door het tekort van het dorp “La Sacem” werd er besloten om alles in 1988 te verkopen. De stad Cannes kocht het een paar jaar later, in 1996, voor de twaalf miljoen frank en had de bedoeling om daar de zalen te bouwen van het toekomstige ziekenhuis. Het project ging niet door en de villa viel in de vergetelheid.
Het was de bedoeling om een museum te maken voor haar ereburger. In 2005 werd de villa La Louque verkocht voor 400.000 euro. Het is in ieder geval het bedrag dat de stad Cannes destijds heeft aanvaard van Michel Habib. Deze wilde het vervallen
gebouw transformeren in het centrum voor topsporters voordat de gemeente terug kwam op haar besluit en het introk. Het project leek hetzelfde als toekomstige realisatie van een federaal centrum voor tennis aan de Côté.
Na de laatste gemeenteraad in 2008 heeft men de goedkeuring gegeven om het voor minimaal een miljoen euro, exclusief belasting, te koop te zetten. Ondanks de onroerend goed crisis werd een huis,
wat in 2005 400 000 euro waard was, plotseling naar schatting het dubbele waard?
Het huis op 3 345 m2 grond werd opgenomen in de inventaris van de opmerkelijke gebouwen van de stad in de lokale Plan d'Urbanisme (PLU). Het resultaat was dat er niets aan de gevel en het interieur veranderd mocht worden. Er mocht alleen geschilderd worden. Deze regels waren te streng om er iets functioneels van te kunnen maken. Te meer het huis uit de jaren 30 stamde waar de normen heel anders waren dan ze nu zijn.
Echter plotseling werd het gebouw door de stad cannes in de zomer van 2008 ontmanteld. Uiteraard is hierbij wel een risico dat de toekomstige eigenaar een sloopvergunning gaat aanvragen.
In mei 2009 wint AIC (Art immobilier Construction) het bieden van de 9 kandidaten voor iets meer dan 1,5 miljoen euro voor de aankoop van de verlaten huis. Dit betekende het einde van de villa “Ma Loque”. Er is inmiddels een nieuw appartementencomplex gebouwd met de dezelfde naam La Louque